HOK website

  • Increase font size
  • Default font size
  • Decrease font size
Home Historie Toon en de kleine man, een geschiedenis

Toon en de kleine man, een geschiedenis

Toon en de kleine man, een geschiedenis

Vroeger was alles anders. Je kon voetballen op straat. Er zat een slot op je fiets maar dat gebruikte je nooit. Ik ben geneigd te denken dat het allemaal leuker en beter was. Het was 's zomers mooi weer. In de winter zag je sneeuw en ijs. Er was meer tijd voor van alles en nog wat. Wij spelen met HOK 1 een uitwedstrijd in Zaandam. Er gaan vijf auto's mee met supporters. Als ik in een gedoubleerd contract een geslaagde snit neem over troefboer gaat er een zucht van opluchting door het publiek achter me. Het Nederlandse volk zit dan in het rouwverwerkingsproces van de verloren voetbalfinale tegen Duitsland. Een minpuntje maar ach.

Van de oude Hokkers had iedereen een bijnaam, zoals HOK een piratennaam is. Deze ontstond aldus: Op een, uiteraard, zonnige dag kijkt Rudolf -"Koppie"- Kruijer om zich heen in het oude schaakcafé en roept: Karistus wat een hok is het hier! Deze naam raakte daarna snel ingeburgerd. Het etiket Koppie werd hem opgeplakt omdat hij leek op een portret van ik meen Frans Hals. Het zou ook een schilderij van Rubens geweest kunnen zijn.

Je had in het hok Grote Jan, Kleine Jantje, Jan Bul, Jan Baas, Grijze Jan, Jan de Tandarts, Jonge Jan en Jan de Bontwerker. Gerhard Beens staat jaren na zijn scheiding als Blond stel in het klantenboek, omdat hij nu eenmaal de eerste keer samen met zijn vrouw is binnengekomen. Kees Tammens staat daarin, vanwege zijn kapsel, als Kees Baet (spreek uit als Kees Biet).

Toen de bridgeclub, vernoemd naar het schaakcafé, vaste vorm had aangenomen werd het drie mans bridge, aanvankelijk aarzelend, verlaten voor vier mans bridge. Het is immers gemakkelijker een ploeg van drie dan een ploeg van vier geschikte mensen bij elkaar te krijgen! Bovendien was het drie mans spel een individuele aangelegenheid en van een partner had je meer last dan gemak. In verband met de competitieverplichtingen dienen er zelfs vaste partnerships te worden gevormd! Dat had nogal wat voeten in de aarde. Als mooiste combinatie komt het dynamische duo Lange Toon en Kleine John te voorschijn. Anton Muyser was twee meter lang en praktisch even breed. Hij had een verleden als luchtmachtofficier, verbonden aan de meteorologische dienst. In die periode is een aantal straaljagers neergestort. Als je hem daar om vroeg en hij verkeerde in de juiste stemming, wilde hij na een sierlijke vlucht nog wel eens op zijn handen gaan staan. Als geoefend turner kostte dat hem weinig moeite. Ondanks zijn gestalte en de oerkracht die hij bezat had hij binnen het partnership weinig in te brengen t.o.v. Kleine John (John van der Wal). Het was vaak aandoenlijk om te zien hoe de enorme Toon gedwee zat te luisteren als de kleine man hem de les las. In de geldpartij driemaal acht (drie maal acht spellen met verschillende partners, een kwartje de honderd) maakte Toon wel eens een fout. Hij knarste dan tussen zijn tanden door: "Neem wat". Je mocht op zijn rekening een consumptie bestellen. Berucht was de Sans-psyche van Anton. Met een zwakke lange klaverkaart opende hij 1 Sans Atout. Het idee was om te passen op het twee klaverbod (Stayman) van de antwoordende hand. Op vrijwel ieder ander bod werd ook gepast onder het motto ongedoubleerd willen we alles spelen. Als hij een echte Sans opening had gaf Toon dat aan met twee Sans. In die tijd werden alle invites aangenomen omdat je het op een slag niet kunt bekijken. Bovendien laat de verdediging wel eens een slagje lopen.

In dit licht ontstond het volgende prachtige biedverloop:

Toon John
1 SA
pas
2 SA*
pas
3 SA
pas
6 SA
pas
pas
pas

* Inviterend voor de manche. De invite kon worden afgewezen met 3 klaver (zwak met klaver)

Het eindcontract werd vlot gemaakt.

John had zelf een ruime Sans-opening en wantrouwde de opening van Anton. Omdat na 2 Sans altijd werd doorgeboden kon hij rustig inviteren. Hij bood een "ontdekkings" 2 Sans. Na 3 Klaver kon hij altijd nog 3 Sans bieden. Dat deze creatieve aanpak volstrekt verboden is daar waren zij zich niet van bewust. De mortibus nil nisi bene (van de doden niets dan goeds). Deze mooie tijd is voorbij. De hoofdrolspelers zijn niet meer onder ons. Ik ben benieuwd of zij boven of beneden of waar zij ook zitten de drie mans partij in ere hebben hersteld. Misschien hebben ze een nieuwe club opgericht en zijn ze weer gaan viertallen.